Brieven aan April Glaspie #7
Willem de Wolf (13/1/2020)

Dear Miss Glaspie,

Vandaag heb ik begrepen dat men in Antwerpen onze correspondentie op de website wil plaatsen van het theater waarvoor ik ons stuk schrijf. Of misschien heeft men het al gedaan. Ik moet zeggen dat ik vooral hoop dat het niet al te veel invloed heeft op de intimiteit van ons gesprek. Ik voel nu al dat het anders is geworden. Tegelijk, April, moeten we ons er overheen kunnen zetten, nietwaar? Uit alles blijkt dat u iemand bent op wie de openbaarheid weinig invloed heeft. Maar dat kan natuurlijk een oppervlakkige bevinding zijn.

Ik heb vandaag zo rond een uur of tien in de voormiddag door de straten van Washington DC gelopen, vooral in de buurt van de regeringsgebouwen. U bent genoeg in DC geweest om te weten dat die straten op dat moment heel breed, want vooral heel leeg zijn. Iedereen is aan het werk. Zulke uitgestrekte en uitgestorven avenues ken ik eigenlijk alleen uit Oost-Europa toen de muur daar nog stond. Sowieso heeft de binnenstad van Washington iets Oost-Europees vind ik, de grijsheid en de eenvormigheid van de gebouwen, het ontbreken van opzichtige reclame. Ik moet u zeggen dat ik dat allemaal best aangenaam vind.

Ik heb vanmiddag opgezocht dat er in het District of Columbia, in Washington dus, 180.000 mensen voor de federale overheid werken. In de hele Verenigde Staten zijn dat er 2 miljoen. In mijn stuk dicht ik hen, via u, veel verantwoordelijkheid toe. Dat wil zeggen dat zij de bestendigheid van het systeem moeten vertegenwoordigen die zich niet laat beïnvloeden door de grilligheden van de politiek. Het is één van die wonderlijke zaken waarlangs ik bij dat conservatisme-onderzoek waarover ik u gisteren vertelde, passeer. Dat ik het, met dat ik het voor u en uw miljoenen collega’s opneem, tegelijk ook voor de soliditeit, voor de logheid van de instituten opneem, waarin jullie allemaal werken of hebben gewerkt. Tegelijk blijf ik bang dat ook dat hele bouwwerk, die hele bureaucratie en zijn stroperigheid, niet bestendig genoeg zal zijn op het moment dat de chaos helemaal doorbreekt.

Ik ben ook nog even langs het Witte Huis gelopen. Uiteindelijk is dat ver langs het Witte Huis geworden. Want er is op het moment alsmaar minder van het gebouw te zien. Er worden steeds meer semipermanente partytenten rond het gebouw geplaatst waar allemaal veiligheidsmensen inzitten. Die tenten zijn allemaal wel wit van kleur. Ik was graag bij het gesprek geweest, waar over de kleur van de partytenten is besloten. Er moet toch ergens het argument door iemands hoofd hebben gespookt, dat aan het publiek met witte tenten in ieder geval nog de kleur van het Witte Huis zou kunnen worden getoond.

Vooral aan de zuidkant, aan de zogenaamde The Ellipse-kant is er eigenlijk door de witte tenten geen wit huis meer te zien. Aan de noordkant, aan de Lafayette-kant, is het ook moeilijk, maar daar is de oorzaak van de onzichtbaarheid iets anders. Aan die kant is er een kleine bouwput gemaakt, omdat men daar – u zult het niet geloven – een nieuwe, hogere fence gaat bouwen. Ik dacht dat het plan voor een kleine 3000 kilometer zuidelijker was bedoeld, maar hier wordt in de eigen tuin al wat geoefend. Ik heb er een foto van gemaakt. Heel veel dichterbij mag je niet komen, maar rechts is de hoogte van de nieuwe fence te zien en links voor het kleine stukje Witte Huis, staat nog het oude hek. The White House Fence Replacement Project heet de hele onderneming, met subtitel Securing the People’s House.

U merkt het, aan de beloofde uitleg van mijn zelfhaat ben ik vandaag niet toegekomen. Andere externe ergernissen vroegen om aandacht.

Sincerely,

Willem