Het jaarlijkse Theaterfestival komt eraan. Daar staat een voorstelling die het afgelopen seizoen maar kort speelde: Krenz door Compagnie De Koe en meer in het bijzonder door schrijver en toneelspeler Willem de Wolf. De vertelling is een milde afrekening. Om te beginnen: ‘Krenz’ is Egon Krenz, de politicus die door zijn chef Erich Honnecker, de baas van de ddr (1949-1989) in 1972 was benoemd tot kroonprins, wat hij in oktober 1989 door een binnenskamers uitgevoerde staatsgreep ook wérd. Maar voor zes weken. Want de Berlijnse Muur viel om en Krenz viel mee. Voor de wandaden van zijn baas, die naar Chili vluchtte en daar roemloos stierf, moest Krenz naar de gevangenis. Vanwege zijn geprononceerde gebit werd hij door inwoners van de voormalige ddr ‘het konijn’ genoemd en als sukkel in de Duitse geschiedenis bijgezet. Krenz wordt opgediend in drie delen. Het derde, ‘gigolo’ geheten, is het kortste. Een afrekening met het neokapitalisme van de jaren tachtig in vijf alinea’s en Blondie. Voor de rest verklap ik niks. Deel een, ‘zwart-wit’, is een huiverende terugblik op een bloedrode jeugd, het Groningse communisme van de strokartonmenner Fré Meis cum suis. Dit deel, dat wordt verteld aan de hand van drie foto’s en waarin de levensbeschrijvingen van Krenz, vader De Wolf en zijn zoon, de student en aspirant-communist Willem de Wolf aan elkaar worden geregen, is een meesterlijke balanceeract tussen heroïek en bescheidenheid in linkse jongensjaren. Het middendeel heet ‘kleur’, het is een beurtzang van de toneelspeler en zijn alter ego (‘zei Krenz, zei ik’), over een staatsgreep op Madurodam-formaat en over de teloorgang van een met plakband en veiligheidsspelden bij elkaar gehouden utopie, die een kwart eeuw geleden nog ‘ddr’ heette, maar die net zo goed ‘commune’, of ‘Walden’ of ‘eerlijk-delen’ zou kunnen heten. Hier is een wijs mens aan het woord, die over de verhouding tussen hebzucht, machtshonger en trieste (politieke) vergissingen het een en ander met ons te bespreken heeft, zonder gelijkhebberig of belerend te worden, en zonder die schreeuwerige bravoure van het tegenwoordig zo populaire, achterover leunende bühne-anarchisme. ‘Die voortdurende aanpassingen, die almaar nieuwe interpretaties, maakten bij de jongen –bij mij – toch twijfel, verborgen angsten, begeertes en fantasieën los. De steeds weer bijgewerkte waarheid gaf ruimte aan persoonlijke uitleg, aan wakker-lig-revisionisme. En dan hoor je zeggen dat het kapitalisme het individualisme bevordert. Het tegendeel is het geval. Het communisme individualiseert. Het vereenzaamt.’ Zulke teksten dus. Wat enorm helpt is dat Willem de Wolf een begenadigd introvert verteller is, die een unmoralisch soort heimwee onder zijn verhaal spijkert en dat voorts opdient met de vileine humor die me zeer aan Heiner Müller doet denken. Na afloop kun je de tekst voor een habbekrats kopen. En lezen. Tweetalig. Nederlands en Duits. Met bronvermelding. Want Willem de Wolf is een nadenkend verteller die zijn inzichten gretig deelt. Krenz hoort tot het mooiste wat ik in het afgelopen seizoen heb gezien.
Het Parool / Simber.nl, Simon van den Berg (17/11/2011)
De Groene Amsterdammer, Loek Zonneveld (2011)
Het communisme vereenzaamt
De Groene Amsterdammer, Loek Zonneveld (2011)