In de pers (9)
In de pers (9)
Theatermaggezien, Roger Arteel (14/3/2016)
De Volkskrant, Vincent Kouters (19/2/2016)
E-tcetera, Jan-Jasper Persijn (28/1/2016)
De Standaard, Geert Van der Speeten (20/1/2016)
Cutting Edge, Maarten Luyten (19/1/2016)
Festivalkrant (het Theaterfestival), Margot De Boeck en Jonathan van der Horst (2016)
De KOE speelt 'Beckett Boulevard': Vervreemden van je eigen spiegelbeeld
De Morgen, Liv Laveyne (18/1/2016)

Wat is feit en wat is fictie? Wanneer zijn we echt en wanneer doen we alsof? En wat als de grootste leugen bestaat in het leven dat we leven en de waarachtigheid in het spel dat we spelen?

Het is een spel dat de KOE al vaker gespeeld heeft en dat ze in haar 27-jarig bestaan met succes tot een van haar zijnskenmerken heeft gemaakt. Maar ook al is dat postmoderne gekoketteer misschien passé - zoals criticasters wel eens durven beweren - de troef bij de nieuwste worp van de KOE, 'Beckett Boulevard', is dat het wél veel zegt over vandaag. Wat is dat identiteit? Echtheid? Jezelf zijn? Het is meer dan ooit iets waar we allemaal mee bezig zijn in ons eigen dagdagelijks theater: Facebook of het gespiegelde leven van hoe we onszelf zien/willen dat de buitenwereld ons ziet. De drie lagen in de voorstelling vertellen veel over echtheid, maar ook over carrière, status en geluk

Het is slim, bijna sluiks dat de KOE die gewaarwording laat binnensijpelen. Op hun typische manier lijken Natali Broods, Peter Van den Eede en Willem de Wolf vooral lang te 'praatdwalen' tot je bijna dat punt van frustratie bereikt - waar wil je het nu in godsnaam over hebben? - om dan te beseffen dat ze eigenlijk al de hele tijd to the point waren. Het blijft heerlijk om merken dat de KOE ons er op dat vlak nog altijd kan inluizen. Ditmaal doen ze dit zelfs klassieker dan ooit met een verhaaltje over een ex-koppel op restaurant. De vrouw, een actrice, heeft politieke ambities wat door de ex smalend wordt onthaald, terwijl de luistervinkende ober zich steeds meer in het gesprek mengt. Tegelijk spelen ze dat ze de acteurs zijn en is het evengoed een prelude op een eigen mogelijke toekomst. Die drie lagen overeen vertellen veel: over echtheid, zeker - gelet ook op de hilarische interviews met Jan Hautekiet en Tom Lenaerts in de voorstelling - maar evenzeer over carrière, status en geluk.

Het is iets waar ze in alle ironische lichtheid lijken omheen te fladderen, maar de vuistslag komt aan het eind met een spiegelmoment dat ook het begin vormt van de voorstelling. Zo vaak als we ons al geamuseerd en intellectueel geprikkeld voelden bij de KOE, het is voor het eerst dat we hier ook ontroerd worden. Omdat of alsof de KOE voor het eerst oprecht is?

Tussen dat moment waar het einde terug begin wordt, is het weer genieten van bitterzoete zinsneden (eenzaamheid overvalt je alleen bij overvloed van tijd), het ondragelijk lichte bestaan (espuma), absurde humor (waarom slechte acteurs goede obers zijn), de helende kracht van kunst (het voorlaatste nummer) en wordt de politiek af geserveerd in één minuut. De KOE blijft trouw aan haar postmodern flaneren op 'Beckett Boulevard'. Ja, ze biedt geen alternatieven, doch stelt slechts vast. Maar hebben we soms niet meer aan troost dan aan (valse) hoop?