In de pers (13)
In de pers (13)
Pzazz.be, Pieter T'Jonck (11/8/2019)
De Correspondent, Micha Wertheim (4/3/2019)
De Volkskrant, Karin Veraart (18/2/2019)
Riro Toneelrecensies, Piet Van Kampen (18/2/2019)
Theaterkrant, Sander Janssens (16/2/2019)
De Standaard, Geert Sels (9/2/2019)
De Bond, Pol Arias (20/5/2005)
www.enola.be, Brecht Hermans (12/5/2005)
De Standaard, Mark Cloostermans (6/5/2005)
De Morgen, Wouter Hillaert (4/5/2005)
Wie is er bang voor fantasie?
De Correspondent, Micha Wertheim (4/3/2019)

Wie naar het theater gaat, doet de voorstelling tekort als hij niet nadenkt over wat hij te zien krijgt. Waarom het stuk gemaakt is zoals het gemaakt is, en wat het toevoegt aan wat we al dachten te weten. Theater bezoeken is, net als een boek lezen, een film bekijken of voor een schilderij staan, veel leuker, zinniger en opwekkender als we de verantwoordelijkheid nemen om zelf te interpreteren.

Dat is hoe ik erover denk, wat ik van mijn publiek verwacht. Of liever, wat ik mijn publiek gun. Maar het is ook wat ik zelf doe als ik een theaterzaal in stap.

Onlangs ging ik – voor de vierde keer in mijn leven – naar Who’s afraid of Virginia Woolf. Dit meesterwerk van Edward Albee gaat over George en Martha, een echtpaar van middelbare leeftijd, dat midden in de nacht het veel jongere stel Nick en Honey op bezoek krijgt en tot speelbal maakt van hun allesvernietigende geruzie.

Vrijdag 15 februari zag ik het in een uitvoering van het Antwerpse theatergezelschap De Koe. Ook voor andere bezoekers was dit niet de eerste kennismaking met het stuk: uit gesprekken om mij heen kon ik opmaken dat de meeste mensen wel ongeveer wisten wat hen te wachten stond – al dan niet door de legendarische, gelijknamige film met Elizabeth Taylor.

De Koe brengt altijd een soort vervreemding teweeg. Er is bij de acteurs een zekere afstand tussen wat ze zeggen, wat ze doen en wat ze vertellen. Die afstand ontstaat doordat ze zich er voortdurend van bewust lijken te zijn dat ze toneelspelen. Ze proberen ons dat niet te laten vergeten, integendeel: ze herinneren ons er steeds aan.

Juist doordat ze nooit felrealistisch spelen, vind ik hun werk vele malen realistischer dan dat van toneelgroepen die me willen doen vergeten dat ik naar een toneelstuk kijk. Iedere lezer of schrijver weet dat de werkelijkheid complexer is dan welk kunstwerk dan ook.

Oprichter en acteur Peter Van den Eede, die George speelt, is een van de meest begenadigde, charismatische en toegewijde acteurs die ik ken. Maar hij weet dat pure virtuositeit op den duur gaat vervelen. Zoals een schilderij van Van Gogh realistischer kan overkomen dan een foto, omdat Van Gogh het aandurfde om een loopje te nemen met wat hij zag, zo beheerst De Koe het vermogen om de werkelijkheid te imiteren zonder haar een-op-een na te doen.

Wat, vroeg ik mij af, zou De Koe kunnen toevoegen aan een toneelstuk dat al zo vaak vertoond is? Dat het moet hebben van dialogen waar je beter niet van kunt afwijken?

Een heleboel, zo bleek al snel.

Lees verder op: https://decorrespondent.nl/9230/wie-is-er-bang-voor-fantasie/323336905320-0d6d6c52