In de pers (19)
In de pers (19)
De Standaard, Gilles Michiels (8/10/2020)
Het Nieuwsblad, Magali Degrande (7/10/2020)
Theaterkrant, Mia Vaerman (7/10/2020)
RiRo Toneelrecensies, Piet Van Kampen (7/10/2020)
De Morgen, Jan Dertaelen (5/10/2020)
Pzazz , Elie Agniel (4/10/2020)
Theaterparadijs, Jeroen Peeters (4/10/2020)
Pzazz , Pieter T'Jonck (3/10/2020)
Concertnews, Bert Hertogs (3/10/2020)
De Morgen, Peter Anthonissen (1998)
De Standaard, Geert Van der Speeten (1998)
De Volkskrant, Marijn Van der Jagt (1998)
Dokterkrant, Paul Verduyckt (1998)
Gazet van Antwerpen, Peter Haex (1998)
Haarlems Dagblad, Margriet Prinssen (1998)
Knack, Paul Verduyckt (1998)
Rotterdams Dagblad, Han Geurts (1998)
Herkauwen voor gevorderden****
Het Nieuwsblad, Magali Degrande (7/10/2020)

Open geesten zijn het. De twee broers op leeftijd die samenkomen in De Nijl is in Caïro aangekomen. De één ooit acteur. De ander een jongleur. Beiden vervelen zich nooit. Want er zijn altijd boeken om te lezen. Ideeën om uit te wisselen. Liefst bij een glas water en een Bastogne-koek. Maar hoe verheven en superieur hun geesten ook zijn: lichamelijk zijn ze op de sukkel.

Is het een voordeel om je met anderen op te houden of net een enorm nadeel? Wat kan je beter doen met de tijd? Hem verdrijven of hem benutten? En is het triest om te denken aan hoe we er over honderd jaar niet meer zullen zijn of is dat even dwaas als het jammer vinden dat we er honderd jaar geleden nog niet waren? Het zijn maar enkele van de filosofische vragen die worden opgeworpen in De Nijl is in Caïro aangekomen.

De Koe filosofeert graag en veel, en putte voor deze voorstelling uit teksten van Schopenhauer, Montaigne en Pascal. Toch voelt deze voorstelling helemaal niet aan als een droog lesje oude denkers. Dat komt misschien wel omdat de voorstelling ruim de tijd kreeg om te rijpen. In 1998 speelde De Koe het stuk voor het eerst, met Peter Van den Eede en Frank Focketyn als broers.

Ter gelegenheid van de dertigste verjaardag van De Koe én omdat in de verplicht opgelegde quarantaine vragen rond sociaal contact, tijdsinvulling en verveling opnieuw actueel werden, haalde De Koe het stuk van onder het stof. Met vast De Koe-gezicht Willem de Wolf in de plaats van Focketyn.

De twee broers in het stuk zijn overdreven, haast pathetische karakters, die zichzelf heel wat vinden, maar dat - en dat wordt al heel snel duidelijk - helemaal niet zijn. Alleen al de openingsscène, waarin Van den Eede uitlegt hoe hij neerkijkt op mensen die kaartspelen, toont dat heel duidelijk aan. Een 'Leentje' die bij naam genoemd wordt, maar zelf verder geen rol heeft in het stuk, heeft de broers voor haar dood meermaals met hun beide voeten op de grond moeten trekken, maar in de hoofden van de broers is het anders: zij hebben haar uit haar milieu weggetrokken, zij hebben haar Voltaire leren kennen.

Net omdat de broers zo vol zijn van zichzelf en niet meteen sympathie opwekken, is het bijzonder grappig dat het lijf niet meer mee wil met de geesten. De broers kampen met ouderdomsverziendheid, nierstenen, verminderde eetlust en zitten na een tijdje zo verkrampt in hun stoelen dat hun filosofische gesprekken over het leven, de dood en de zin van beide wel heel ironisch worden. En toch blijven de broers optimistisch. “Sinds ik nierstenen heb, heb ik veel minder last van andere ziektes' schetst de Wolf.

De Nijl is in Caïro aangekomen is De Koe ten voeten uit. Een contemplatief beest in een wei dat je niet zomaar kan voorbij wandelen. Een koe staat misschien schijnbaar maar wat te grazen, maar ongemerkt reikt ze je heel veel aan om te herkauwen. Ook de ouderdomsvlekken die het beest er de afgelopen twintig jaar bij kreeg, staan haar wonderwel. Want nu Van den Eede al die jaren extra op de teller heeft, is zijn voorstelling nog meer accuraat, nog confronterender.

> Download (JPEG)